Welke concrete doelstellingen stelt Vlaanderen aan goede verkerning?
Naast water nog tal van uitdagingen in onze centra en kernen
Begin december heeft Vlaams volksvertegenwoordiger Stijn De Roo (CD&V) in de Commissie Leefmilieu een parlementaire vraag gesteld over de ruimtelijke planning voor water in steden. Die bekommernis is cruciaal aangezien de Vlaamse overheid binnen het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (BRV) de centra en kernen als groeipolen voor de toekomst bestempelt. Zowel de klimaatverandering als de gewenste doorgedreven verdichting hebben grote gevolgen voor de waterhuishouding in onze steden. Hoewel de Vlaamse overheid momenteel over generieke initiatieven beschikt binnen o.a. de 'Blue Deal' en pilootprojecten zoals 'BRV Groenblauwe netwerken', is het voor lokale besturen koffiedik kijken wat het BRV werkelijk in hun kernen zal teweeg brengen. Volgens Embuild Vlaanderen stopt het niet bij de waterhuishouding. Het gaat ook om energiebevoorrading, groenvoorziening, sanering, mobiliteit, luchtkwaliteit, veiligheid, betaalbaar wonen enz. Elk aspect vergt specifieke maar geïntegreerde antwoorden om huishoudens ook in de toekomst van een goede woonomgeving in kernen te voorzien.
Nood aan harde doelstellingen en overheidsmiddelen voor goede verkerning
Klimaatbestendige steden die bijkomend meer dan 400.000 huishoudens huisvesten. Dat is volgens Embuild Vlaanderen de inzet van het BRV. Het gaat om het equivalent van achtmaal Leuven. Hoe kan die verdichting nog tijdig worden voorbereid en wat is het kostenplaatje voor de overheid en voor de particulier? Prangende vragen die tot dusver nog niet onder de loep werden genomen door experts. Dat doet de wenkbrauwen fronsen aangezien het BRV geen twijfel laat over het belang van ruimtelijk rendement. Dat heeft de overheid al langer in een harde doelstelling gegoten: 0 ha/dag bijkomend ruimtebeslag tegen 2040. Maar volgens Embuild Vlaanderen kan kwaliteitsvolle verdichting enkel met behulp van harde doelstellingen, instrumenten en voldoende overheidsmiddelen om verkerning als gelijkwaardig alternatief aan te bieden aan huishoudens. En daar knelt het schoentje.
Hoe kan de Vlaamse overheid verzekeren dat het BRV een goede en betaalbare woonomgeving vrijwaart voor de huishoudens en hoe zullen de pertinente uitdagingen in kernen aangepakt worden? Hoewel het BRV in 2016 werd gelanceerd, is daarover geen duidelijkheid. Nochtans vormt dit de premisse om een shift te kunnen realiseren. Zo vinden we in het Vlaams klimaatadaptieplan wel een waslijst aan strategieën en aanbevelingen voor een 'groenblauwe metamorfose van onze bebouwde kernen', maar voorlopig gaat het slechts om twee tastbare doelstellingen die niet specifiek gericht zijn op kernen: 1 m² ontharding per inwoner tegen 2030 en 1m³ extra opvang van hemelwater per inwoner tegen 2030 voor hergebruik, buffering en infiltratie.
Volgens Embuild Vlaanderen dienen Vlaamse beleidsplannen volop in te zetten op concrete ambities voor onze kernen en stedelijke centra. Daarbij gaat het om voldoende en divers woonaanbod, een groene omgeving, een betere waterhuishouding, meer hernieuwbare energie, betere mobiliteit, circulariteit, veiligheid, luchtkwaliteit enz. Daarom dienen in de volgende legislatuur voldoende overheidsmiddelen te worden vrijgemaakt om de gewenste verkerning te ondersteunen.
Want de uitdagingen in centra en kernen zijn veelvuldig en zullen de komende legislaturen beheersen. Zo zijn schaarse bouwgronden in kernen duurder; nutsleidingen dienen te worden versterkt; er is nood aan veel meer kwalitatief groen en openbare ruimte; de waterhuishouding dient te worden versterkt; er zijn veel vaker saneringskosten; renovatie in mede-eigendom kent vaak meer hindernissen; werforganisatie is een stuk complexer voor binnenstedelijke projecten enz. De overheid dient bij de realisatie van hoogwaardige publieke ruimte de lead te nemen om te vermijden dat de betaalbaarheid van stedelijke buurten verder onder druk komt te staan, besluit Marc Dillen van Embuild Vlaanderen.