Ruimtebeslag ontrafelen voor beleid op maat
Staat statistische vaagheid een aantrekkelijke leefomgeving in de weg ?
Verschillende vormen van ruimte-inname als leidraad nemen. Daar dringt de Vlaamse Confederatie Bouw al langer op aan. Want een doembeeld van steeds meer ruimtebeslag beheerst het publieke debat en dat vooral vanuit statistisch oogpunt. Maar in de toekomst zijn er heel wat vormen van ruimtebeslag die net zeer wenselijk en noodzakelijk zijn om onze regio aantrekkelijker te maken. Zo vallen heel wat zachte bestemmingen als parken, groen, recreatiezone enz. onder ruimtebeslag. Maar ook meer nutsinfrastructuur om te voldoen aan Europese vereisten. Daarom doet de Vlaamse regering er goed aan werk te maken van een gedifferentieerd beleid voor ruimtebeslag. Dat vormt één van de speerpunten in haar regeerakkoord.
Vlaanderen vergt ruimtebeslag
In een drukbevolkte regio als Vlaanderen komt het er op aan om verdicht en bestaand woongebied kwaliteitsvol en slim in te richten. En dat kan / zal bijkomend ruimtebeslag vergen. Dat cruciale aspect komt veel te weinig aan de oppervlakte in het publieke debat. Dat debat focust bijna louter op de verkavelingen die tot de jaren 90 vaak gerealiseerd werden. Niet alleen zijn de dichtheden in woongebied intussen aanzienlijk gestegen dankzij het optimaal hergebruik van ruimte - een gesloopte woning wordt vervangen door 2,2 woningen - ook gaat dat voorbij aan de huidige en toekomstige uiteenlopende noden van onze regio.
Verdichte gebieden hebben meer nood aan parken, stadstuinen, sportterreinen, recreatiezones enz. En dat valt onder ruimtebeslag. Waterbeheer, -zuivering en de rioleringsgraad vergt nog een herculesinspanning om de Europese vereisten te behalen. Die nodige infrastructuur valt onder ruimtebeslag. De Vlaamse regering tekent een ambitieus fietsbeleid uit met duizenden kilometers fietsbanen en -snelwegen in het verschiet om de geplande vervoersregio's te verwezenlijken. Ook dat heeft een aanzienlijke impact op het ruimtebeslag. Voorts zal de verdubbeling van zonne- en windenergie de komende jaren meer ruimte-inname als gevolg hebben.
Betaalbaar wonen staat hoog op de agenda van de gezinnen in Vlaanderen. Meer gezinnen in kernen betekent de uitbouw van diensten en infrastructuur om hun noden te beantwoorden. Naast groen, pleinen, mobiliteitsinfrastructuur en woningen gaat het om dienstencentra, kinderopvang en scholen, cultuurcentra, sportvoorzieningen, speelpleinen, buurthuizen enz. Dat wordt zoveel mogelijk neergepoot op hergebruikte ruimte maar bijkomend ruimtebeslag valt allerminst uit te sluiten. En is bovendien hoogstnoodzakelijk om een kwaliteitsvolle omgeving te creëren.
Steeds minder bijkomende ruimte voor wonen, steeds meer voor andere maatschappelijke noden
Heel wat van de nieuwe woonprojecten wordt gerealiseerd via hergebruik op bestaande sites. Aangezien bouwgronden een schaars goed zijn in Vlaanderen, zal het hergebruik van ruimte stelselmatig oplopen. Maar daarnaast blijft bijkomend en uiteenlopend ruimtebeslag - zoals hierboven beschreven - een must om allerhande uitdagingen en noden te kunnen aangaan.
Die evolutie is trouwens al aan de gang. Het aandeel ruimtebeslag voor wonen gaat in dalende lijn aangezien er steeds meer appartementen worden gebouwd en nieuwe woningen steeds compacter worden met hogere woondichtheden als gevolg. Een steeds groter deel van het bijkomende ruimtebeslag is dan ook bestemd voor vervoer, telecommunicatie, overheidsadministratie, scholen, ziekenhuizen, elektriciteitsproductie en -transport, afvalverwerking, drinkwateropvang, recreatie, serres en andere landbouwgebouwen enz.
De Vlaamse Confederatie Bouw vraagt daarom al langer om de noden van onze regio als uitgangspunt te nemen in de ruimtelijke plannen. Ruimtebeslag als meetstaf schiet daarbij momenteel te kort omdat het gebrek aan differentiatie onduidelijkheid in de hand werkt. Er is eerder sprake van statistisch gegoochel waarbij wonen te veel geviseerd wordt, terwijl de behoeften en kwaliteitscriteria amper aan bod komen. Vooral in een regio die de komende jaren steeds meer wenst in te zetten op verdichting en inbreidingsprojecten in kernen en centra, die vaak gekenmerkt worden door ruimtelijke verrommeling.
Differentiatie voor doortastende maatregelen
Het regeerakkoord van de Vlaamse regering speelt alvast in op die differentiatie in ruimtebeslag. Die demarche is cruciaal. Het concept ruimtebeslag biedt immers te weinig inzage in de reële ruimtelijke ontwikkeling van onze regio. Momenteel wordt ruimte-inname als negatief ervaren, terwijl meer stadsbossen, meer windmolenparken, meer fietssnelwegen, meer waterwerken, hogere woondichtheid enz. onmisbaar zijn maar wegen op het ruimtebeslag. Om maar te zwijgen over de impact van verpaarding aangezien de Europese definitie van ruimtebeslag vereist dit op te nemen in de statistieken.
Enkel een gerichte monitoring van die verschillende vormen van ruimtebeslag kan daarom gedegen beleid via doortastende maatregelen mogelijk maken. De uiteenlopende vormen van ruimtebeslag vergen immers andere juridische instrumenten om een gericht beleid mogelijk te maken. Nu is het vaak koffiedik kijken wat de statistieken echt betekenen. Zo gaan gunstige, recente trends op in dit vage concept.
De leefomgeving van mensen kwaliteitsvol maken, dient het uitgangspunt te zijn. En dat kan niet zonder de 72 % eigenaars in Vlaanderen van een stukje ruimtebeslag (in één van de vele vormen die onder de definitie vallen). Zo kan die grote groep aangemoedigd worden en als partner actief betrokken worden om bijv. (moes)tuinen (10 % van Vlaanderen) of weide met hobbypaarden als onderdeel te zien van grote landschapsdelen, tuinstraten aan te leggen enz.