Woontekort dreigt door forse overschatting
Na schrapping BRV-prognose vraagt VCB nu ook realistische inschatting van onbenutte oppervlakte voor wonen
Hoewel in het witboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen (#BRV) staat aangegeven dat de beschikbare onbenutte ruimte voor wonen ruimschoots volstaat, kunnen intussen grote vraagtekens geplaatst worden bij die effectieve voorraden. Nu de prognose van ruimtebeslag tegen 2050 uit het BRV is gehaald, vraagt de Vlaamse Confederatie Bouw ook een realistische analyse en voortdurende monitoring van de voorraden voor wonen, maar ook voor werken en infrastructuur.
Vandaag gaat het BRV uit van 42.000 ha onbebouwde percelen bestemd voor wonen. Bron is een studie van Ruimte Vlaanderen uit 2015. VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) op haar beurt ziet in totaal nog meer dan 78.000 ha onbenut voor harde bestemmingen met als categorieën industrie, recreatie, groen en wonen dat 25.000 ha toebedeeld krijgt. 12.000 ha daarvan is woonuitbreidingsgebied en bijgevolg moeilijk of niet meteen inzetbaar aangezien er bijv. een aanzienlijke overlapping is met signaalgebieden, die een groter risico op wateroverlast wordt toegemeten. Daarnaast werden onlangs de waardevolle en kwetsbare bossen in kaart gebracht waarvan 1.630 ha een overlapping kent met gronden die als bestemming wonen hebben. Deze beslissing betekent meteen een blokkering van die bouwgronden. Zo'n beperkende maatregel wordt gelanceerd terwijl alternatieven zoals grote verdichtingsprojecten nog steeds een moeilijk ontwikkelingstraject kennen van gemiddeld 12 jaar. Ondersteunende maatregelen zoals flexibele bouwvoorschriften en een versnelde ontsluiting van bestaande kernen zijn dan ook urgent. En zullen bovendien pas op langere termijn effect hebben en leiden tot nieuwe woonentiteiten.
Resultaat is dat vandaag minder dan 11.500 ha gedefinieerd staat als bouwgrond voor woningen of appartementen. Die woonvoorraad kenmerkt zich evenwel door een grote versnippering en soms moeilijke bereikbaarheid als het gaat om gronden die momenteel als tuinen fungeren of als achterliggende recreatiegebieden.
Voorts heerst er onduidelijkheid over het totale ruimtebeslag in Vlaanderen. Dat bleek ten volle tijdens de hoorzitting eind maart over de BRV-cijfers in de Commissie Ruimtelijke Ordening van het Vlaams Parlement. De prognose van 41,5 % ruimtebeslag tegen 2050 werd definitief naar de prullenmand verwezen. Daarnaast baseert het BRV zich op verouderde gegevens waardoor recente ontwikkelingen niet in rekening worden gebracht. Doemscenario's blijven schering en inslag terwijl de huidige, dalende trend omtrent bijkomende ruimte die jaarlijks wordt ingenomen, onderbelicht blijft. Een geüpdatete prognose van de Vlaamse Confederatie Bouw geeft immers aan dat zelfs bij ongewijzigd beleid de doelstellingen van 2025 gehaald worden. Verwacht wordt dat die dalende tendens enkel zal versterken vanwege hogere bouwgrondprijzen, veranderende woonwensen en technologische evoluties. De bouwsector zelf zet al jaren in op verschillende manieren om compacter te bouwen.
De Vlaamse Confederatie Bouw dringt daarom aan op verder onderzoek naar de woonvoorraad in Vlaanderen en de werkelijke noden van de meer dan 550.000 gezinnen die er bijkomen tegen 2050. Bovendien is het hoognodig om bij elke nieuwe maatregel aan te geven welke bouwgronden nog meteen inzetbaar zijn.