Mobiscore is nuttig voor kandidaat-kopers maar nutteloos voor fiscaal beleid

24-06-2019

En dan nu masterplan voor voldoende betaalbare alternatieven in kernen en centra

De Vlaamse overheid heeft deze week een nieuwe tool gelanceerd: 'jouw mobiscore'. Dit in navolging van het M-peil waarvan sprake was in juni 2015. Conform de VITO-knooppuntenkaart die te vinden is in het beleidsplan ruimte Vlaanderen (BRV), geeft dit instrument inzage in een reeks voorzieningen die in een gemeente te vinden zijn. Met de nieuwe tool krijg je nu een vrij algemeen overzicht per adres. Wat de mobiliteitsbehoeften zijn van de bewoner(s) komt eerder karig tot uiting. Mits verdere verfijning en aanvullende criteria is dit een verrijkende tool voor kandidaat-kopers van vastgoed. De Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) wijst er evenwel op dat bereikbaarheid en de keuze van een woonplaats subjectief blijft. Fiscale maatregelen koppelen aan de mobiscore zoals opiniemakers meteen hebben voorgesteld, geeft geen blijk van doortastend beleid. De Vlaamse regering stelt immers al jaren dat de brondata geen voer zijn voor beleidsmaatregelen.

Een resem criteria bij aankoop

Gezinnen nemen een hele reeks persoonlijke criteria - waaronder mobiliteit - in acht. Die kunnen gaan van veiligheid, privacy, groene omgeving en luchtkwaliteit tot nabijheid van een station, parkeergelegenheid, terras, tuin enz. Veel kunnen we leren uit de woonsurvey 2018 van de Vlaamse overheid. Voorts hebben immo-kantoren onlangs aangegeven dat sommige jongere kandidaat-kopers ook het gemiddelde aantal uren zon en het aantal onweers- en sneeuwdagen in een regio of gemeente nakijken. Om de kostprijs van de woning uiteraard niet te vergeten.

Fiscale koppeling gaat veel te ver

De mobiscore geeft een aantal voorzieningen weer volgens de VITO-knooppuntenkaart uit 2016. Al bij publicatie ervan heeft de Vlaamse regering beklemtoond dat die "geen beleidsmatige waarde heeft want de data zijn te weinig betekenisvol". En dat voor toekomstige ruimtelijke plannen er eerder met kansenkaarten op maat van een lokale situatie dient te worden gewerkt. Daarbij zouden nog heel wat aanvullende criteria in rekening worden gebracht. Van die kansenkaarten is evenwel nog geen spoor te bekennen.

De huidige VITO-kaart biedt nuttige informatie over de woonomgeving en een aantal mobiliteitsopties van kandidaat-kopers. Maar de berekening van de score is dus gebaseerd op schattingen, aannames en onvolledige veralgemeningen. Het is daarom onoordeelkundig om er beleid op te baseren. Al helemaal geen fiscale maatregelen die andere doelstellingen van de Vlaamse regering in het gedrang kunnen brengen. Denk maar aan de klimaat- en energiedoelstellingen: meer dan 60 % van de gezinswoningen staat in buitengebied. Zij investeren evenwel heel wat in energetische renovaties en het grootste areaal aan zonnepanelen en warmtepompen is daar te vinden. Waardevermindering van die gezinswoningen zet een rem op die urgente beleidsdoelstellingen.

VITO-knooppuntenkaart 2016
VITO-knooppuntenkaart 2016

Meer betaalbare alternatieven

De ruimtelijke plannen van de Vlaamse overheid dringen aan op meer gezinnen in kernen en centra die een uitmuntende mobiscore krijgen toegekend, maar focust daarbij te weinig op snellere kwaliteitsvolle verdichting en voldoende betaalbare alternatieven. Dat zijn vaak complexere en tijdrovende projecten. De VCB vraagt daarom aan de overheid om de nodige aanpassingen in stedenbouwkundige voorschriften door te voeren, nieuwe taksen op verdichtingsprojecten te laten varen en investeringstrajecten op basis van brede behoefteanalyses op te zetten. Zonder zo'n masterplan dreigt het BRV - ondanks deze nieuwe tool of kosten-baten studies over verspreid wonen - dode letter te blijven. Het zijn immers de gezinnen en de ondernemers die de plannen in de praktijk dienen te realiseren. En hun noden en criteria zullen daarom primeren.

Belang van investeringen en innovatie

Bovendien ontvouwt deze tool vooral het belang van de overheidsbeslissingen op het vlak van infrastructuur en van de noodzaak om de collectieve vervoersinfrastructuur uit te breiden en te versterken. Denk maar aan de missing links in vervoersinfrastructuur in bijv. Limburg en West-Vlaanderen. Zo blijven de investeringen in meer treininfrastructuur er al decennia uit, terwijl de impact groot blijkt te zijn van het 19de -eeuwse spoornet op de mobiscore van een woning. Terwijl innovaties in mobiliteit achterwege worden gelaten in de nieuwe tool.

Innovatie in mobiliteit staat immers niet stil en vooral elektrische fietsen, scooters en ander licht vervoer zijn in opgang en maken collectieve vervoerspunten beter bereikbaar. Ook vanuit verder gelegen woningen. Niet voor niets schuift het departement Mobiliteit en Openbare Werken de aanzienlijke uitbreiding van fietssnelwegen als prioriteit naar voren bij de volgende Vlaamse regering. Dat kan een gamechanger worden voor de mobiscore-tool.

Ten slotte, de VCB wijst op het belang van een investeringsregering in de volgende legislatuur. Enkel een vaste, ambitieuze investeringsnorm die vergelijkbaar is met de buurlanden Nederland en Frankrijk, kan de publieke infrastructuur in ons land op de rails krijgen. Sinds de jaren 90 waren de overheidsinvesteringen immers zelfs onvoldoende om slijtage aan bijv. vervoersinfrastructuur tegen te gaan. Daarbij dient de regering niet alleen in te zetten op de versterking van bestaande vervoersinfrastructuur, maar ook op de uitbreiding van fietsnetwerken, collectief vervoer, tot het wegwerken van missing links enz.