Meer biodiversiteit binnen en buiten ruimtebeslag
Plannen maken voor een klimaatbestendige regio
Het beleidsplan ruimte Vlaanderen (BRV) valt uiteen in twee luiken: het bestaande ruimtebeslag beter benutten & de open ruimte maximaal vrijwaren. Volgens VCB gaat dit veel verder dan schaarse bouwgronden in vraag stellen. Het gaat veeleer om plannen maken voor een betere omgeving. Zowel binnen als buiten ruimtebeslag dient er ingezet te worden op meer biodiversiteit en op een klimaatbestendige omgeving met een optimale waterhuishouding. Die bekommernissen overstijgen theoretische indelingen van de Vlaamse ruimte. In de boekhouding van het BRV staat de open ruimte sinds jaar en dag op 67% van de oppervlakte. Ook daar is nog heel wat ruimte voor verbetering aangezien het overwegend om intensieve landbouw gaat. Daarnaast kunnen we onze werk- en woonomgeving voorbereiden op klimaatveranderingen en 130.000 ha aan tuinen inzetten voor meer biodiversiteit", aldus Marc Dillen van VCB.
In 2016 heeft de Vlaamse regering een 'betonstop' in het vooruitzicht gesteld. Intussen werd die herdoopt tot 'bouwshift'. Volgens de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) is 'een bodemkwaliteit-shift' nog beter. Want centraal dient de bodemkwaliteit te staan ongeacht of dit onder het theoretische ruimtebeslag valt of niet. Ook de Europese leidraad schuift dit naar voren. Daarover lees je meer in volgend blogbericht. De Vlaming verwacht immers vooral dat haar of zijn leefomgeving een stuk zal verbeteren en dat vergt heel wat aanpassingen rond bouw, energie en milieu. Maar na vijf jaar (publiek) debat in parlementaire commissies en overlegcomités, beklemtoont de VCB dat nog steeds te vaak een 'betonstop' voor ogen wordt gehouden, wars van maatschappelijke bekommernissen. Daarvoor zijn plannen nodig voor betere steden, klimaatrobuuste wijken, voldoende kwaliteitsvolle woningen, veel groen, een goede waterhuishouding, groene mobiliteit, tuinen en open ruimte vol biodiversiteit enz. Kortom het klimaatbestendig versterken van onze hele omgeving met de bodemkwaliteit als leidraad.
De definities die gehanteerd worden in het debat zaaien verwarring, zetten de toon, en schieten hun doel voorbij. De VCB heeft al eerder beklemtoond dat de definitie van ruimtebeslag te veel een amalgaam is en dat de verhardingsgraad transparanter is. Maar onlangs heeft Statistiek Vlaanderen een update gelanceerd van de 'bebouwde oppervlakte' in Vlaanderen. Zij ramen dit op 29% van onze regio. Wat blijkt? Bijna de helft van die 29% is niet bebouwd, maar houdt tuinen in (130.000 ha), bermen en ander groen. En dat ligt in de lijn van de verwachtingen, want Statistiek Vlaanderen communiceert ook over 'verharding' in Vlaanderen en daarbij schuiven zij 16% naar voren aan wegen en gebouwen (6% waarvan de helft woningen). Bovendien ligt de hoogste verhardingsgraad in en rond steden. Dat wijst op de gewenste verdichting. Maar ook daar kunnen heel wat stappen gezet worden met de nodige natuurtechnische ingrepen voor een leefbare omgeving.
Ruimtebeslag, bebouwde oppervlakte en verharding: als VCB stellen we vast dat het één pot nat is in het publieke debat. Het gaat evenwel telkens om andere zaken. Het begrip 'Ruimtebeslag' slaat op alle menselijke activiteit waaronder ook heel wat groen, parken, recreatiezones, tuinen enz. Maar dan weer geen intensieve landbouwactiviteiten en -gronden, wat onder open ruimte wordt geboekstaafd. Bebouwde oppervlakte is dan weer bijna voor de helft eigenlijk niet bebouwd, want het gaat ook om tuinen (130.000 ha), bermen en ander groen. Verharding ten slotte wordt al te vaak volledig gelijk geschakeld aan wonen, maar in de feite verharden huizen en flats zo'n 3% van Vlaanderen. De totale verharding bedraagt 16% en alle gebouwen verharden 6%. De huishoudens - dat is de hele bevolking - nemen de helft van die gebouwen voor hun rekening. Maar los van al deze cijfers en definities die elkaar doorkruisen, dient de bouwshift de hele bevolking ten goede te komen door zowel in open ruimte als in onze woon- werkomgeving o.a. biodiversiteit te stimuleren en de waterhuishouding te optimaliseren, zegt Marc Dillen van VCB.
Groenblauwpeil
Eind september hebben Vlaams minister van Omgeving, Zuhal Demir, Departement Omgeving, VLARIO en de VCB het groenblauwpeil voorgesteld aan het grote publiek. Meer dan 40.000 Vlamingen hebben intussen de website www.groenblauwpeil.be geraadpleegd. Daarbij hebben meer dan 25.000 het groenblauwpeil berekend van hun woning en tuin. Zij kregen meteen tal van suggesties om hun peil te verbeteren en hun perceel klimaatrobuuster te maken en de biodiversiteit in hun tuin te stimuleren. Omgaan met de gevolgen van de klimaatverandering wordt bij het bouwen en renoveren van woningen, maar ook bij de aanleg van tuinen, steeds belangrijker. Met het groenblauwpeil krijgen burgers, architecten en aannemers een sensibiliserend, interactief instrument voorgeschoteld die rekening houdt met de eigenheid van hun woning en perceel. Hoewel tuinen onder 'ruimtebeslag' vallen, nemen die bijna 10% of 130.000 ha in van Vlaanderen en die oppervlakte kan bijgevolg aanzienlijk bijdragen tot meer dan biodiversiteit in onze regio.