Lokale besturen in poleposition om kwalitatieve woningnood te verhelpen
De Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) vraagt dat de lokale besturen nog tijdens deze legislatuur initiatieven nemen om een voldoende en kwaliteitsvol woningaanbod te stimuleren. Enkel een positief lokaal beleid dat stagnerende verdichtingsprojecten vlot trekt en goed gelegen gronden activeert, kan een acute kwalitatieve woningnood verhelpen. Ook is bij de gemeenten en steden meer aandacht nodig voor de impact van de bouwshift op de vastgoedprijzen en op de betaalbaarheid van wonen. Vandaag vindt hierover een hoorzitting plaats in het Vlaams Parlement. Hoewel de Vlaamse regering met de bouwshift een versterking van de kernen beoogt, treedt er op dat vlak een vertraging op. Niet alleen zijn er lokale bouwstops, ook zijn inbreidingsprojecten complexer, tijdrovend, risicovol en duurder.
Meer kernversterking en goed gelegen bouwgronden activeren
Naast o.a. de evolutie van de hypothecaire rente en het stagnerend aantal woningprojecten, zijn de grondprijzen de driver bij uitstek van de vastgoedmarkt in Vlaanderen. En dat is veel meer het geval in onze regio dan in andere Europese landen en dan in Wallonië. Dat is de conclusie van een recente studie van de Nationale Bank (raadpleeg deze bron op pg. 91). Met andere woorden hoe duurder de bouwgrond, hoe duurder alle vastgoed in Vlaanderen. Die grondprijzen worden gedreven door schaarste.
Zeker in die gemeenten waar het verdichtingsritme de stijgende woningvraag niet kan volgen, is het daarom van belang om goed gelegen percelen aan te snijden. Uit VCB-analyse blijkt bovendien dat er dankzij nieuwbouwprojecten jaar na jaar hogere dichtheden worden bereikt. Terwijl het vorig jaar gemiddeld om 35 nieuwe woningen per hectare ging, is dit intussen opgelopen tot 47. Dat is bijna een vervijfvoudiging in twintig jaar tijd.* Een positieve evolutie onder impuls van de markt: vraag, aanbod en steeds schaarsere bouwgronden leiden tot hogere dichtheden en optimaal gebruik van de ruimte. Voorts wordt bij sloop en heropbouw één woning gemiddeld vervangen door 2,2 woningen. Daarnaast vormen (vervangende) nieuwbouw en ingrijpende renovaties een directe bescherming tegen de sterk stijgende energieprijzen. Die projecten voldoen immers aan hoge energetische standaarden. Bij nieuwbouw is er bovendien bijna altijd de integratie van hernieuwbare energie zoals pv-panelen en/of een warmtepomp. Ook bij renovatie kent dit opgang maar voorlopig nog in mindere mate.
Een goed functionerende woonmarkt sluit aan op de vraag van huishoudens.
Niet omgekeerd. Dat betekent een toereikend aanbod en diverse woningtypes in overeenstemming met o.a. het stijgend aantal huishoudens. En dat beperkt zich niet louter tot knooppunten met een hoog voorzieningenniveau. . Over heel Vlaanderen van de Panne tot Kinrooi zijn er gemeenten met een lichte tot sterke demografische groei. Zo kenden 9 op de tien Vlaamse gemeenten de voorbije jaren een bevolkingsgroei. Die evolutie zet zich door en tegen 2040 heeft Vlaanderen nood aan bijkomend meer dan 300.000 woningen. Maar momenteel kan het aanbod de stijgende vraag niet volgen met een kwalitatieve woningnood als gevolg: huishoudens vinden steeds moeilijker een geschikte en betaalbare woning.
Woningschaarste is een kwalitatief vraagstuk. Huishoudens in West-Vlaanderen zijn niet geholpen met meer woningaanbod in Limburg. Een gezin met kinderen uit Oost-Vlaanderen dat een eengezinswoning zoekt in een groene omgeving, heeft vermoedelijk geen baat bij een flat in de rand van Brussel. De toenemende kwalitatieve woningnood kan niet wachten tot een volgende legislatuur. De Lokale besturen dienen nu initiatieven te nemen om het woningaanbod in en rond kernen te versterken. Want een verdichtingsproject dat nu aanvangt, kent een doorlooptijd van meer dan tien jaar, zegt Marc Dillen, directeur-generaal van VCB.