Debat rond woningtype leidt aandacht af van reële uitdagingen
In Limburg de meeste viergevelwoningen
In het huidige debat rond de invulling van de ruimte in Vlaanderen viseren opinie- en beleidsmakers al te vaak te eenzijdig de viergevelwoning. Dat niet zozeer uw woningtype maar veeleer uw technologische keuzes en gedrag een versneld milieueffect kunnen hebben, blijkt uit een rapport - op vraag van de VCB - dat een reeks bronelementen uit het beleidsplan ruimte Vlaanderen onder de loep neemt. Daarnaast blijken vooral in Limburg gezinnen viergevelwoningen te kopen of te bouwen.
Terwijl het aandeel van viergevelwoningen in het verkochte vastgoed in Oost- en West-Vlaanderen en Antwerpen schommelt tussen de 21 en 22 %, bedraagt dit in Vlaams-Brabant 30 %. In Limburg loopt dit zelfs op tot 35 % van de verkoopcijfers. Dat blijkt uit de laatste gegevens van de FOD Economie. In 2016 scoorde Limburg bovendien ook het hoogst in het aantal afgeleverde vergunningen voor nieuwe viergevelwoningen. Waar dit aandeel in andere provincies tussen de 13 en 16 % ligt, bedraagt dit in Limburg 18 %. Daarnaast beschikt Limburg ook over het grootste areaal aan braakliggende woonuitbreidingsgebieden. Met name 2919 ha op een totaal voor Vlaanderen van 12081 ha. Naar aanleiding van de eenzijdige focus in het debat rond het beleidsplan ruimte Vlaanderen op woningbouw en -type, heeft de VCB aan prof. dr. ing. arch. advocaat Jelle Laverge uit de vakgroep Architectuur en Stedenbouw aan de UGent verzocht om een aantal vragen onder de loep te nemen rond duurzaamheid van woningbouw in Vlaanderen. Daaruit blijkt dat energieverbruik, verwarmingspatroon, mobiliteitsgedrag -en keuzes enz. veeleer bepalend zijn dan woningtype of locatie.
"Ook in de toekomst hebben gezinnen blijvend nood aan viergevelwoningen"
Uit recente rondvragen is gebleken dat gezinnen in Vlaanderen een duidelijke voorkeur hebben voor uiteenlopende woningtypes. Niet verwonderlijk aangezien individuele noden en wensen evolueren naargelang de levensfase. Zo blijkt voor velen de aankoop van een appartement vaak een opstap te zijn richting hun ideale woonwens: een vrijstaande woning. De vraag naar viergevelwoningen zal dan ook in de toekomst een belangrijke rol blijven spelen
Marc Dillen, directeur-generaal van de Vlaamse Confederatie Bouw.
Auteur Jelle Laverge schuift meer bepaald volgende aandachtspunten naar voren:
- de kost per bewoner is de te hanteren maatstaf;
- de bezettingsgraad van een woning heeft een grote impact op de totale kost en de milieukost, maar is eerder te linken aan de levensfase van de bewoners en financiële draagkracht dan aan woningtypologie;
- het energiegebruik in eenzelfde woning kan sterk uiteenlopen onder invloed van het verwarmingspatroon gehanteerd door de bewoners;
- mobiliteitsgedrag, niet het minst voor de categorie 'Vlaams stedelijk gebied rond Brussel' is behoorlijk volatiel;
- technologische keuzes kunnen de individuele impact inzake mobiliteitsgedrag sterk beïnvloeden;
- rond de impact van voedselproductie verwijst de heer Laverge naar een Britse studie : de uitstoot van een voetganger met een gemiddeld dieet bedraagt 25 g CO2. Door te kiezen voor lokaal geproduceerd biologisch voedsel kan die haar of zijn uitstoot terugbrengen tot 5 g per km.
- enz.
Een genuanceerd en geïndividualiseerd beleid lijkt potentieel doeltreffender te zijn dan een ruw onderscheid op basis van woningtypologie.
De huidige bevindingen vergen op zijn minst nuancering alvorens in beleidskeuzes te worden omgezet.
beklemtoont prof. Laverge
>>> Download hieronder het volledige rapport dat de bevindingen van de heer Laverge in detail weergeeft.
De Vlaamse Confederatie Bouw beklemtoont het belang van alle woningtypes en schuift veeleer gedragswijziging en technologische innovatie rond o.a. mobiliteit en energie naar voren om de ecologische voetafdruk versneld en ten gronde te reduceren in Vlaanderen. Het BRV-debat werd het afgelopen jaar overheerst door de eerste onderstaande grafiek die de tegenstelling maakt tussen een kwaliteitsvolle 4-gevelwoning in buitengebied en een niet-geïsoleerde rijwoning in een stad. Afgelegde kilometers met een klassieke wagen geven in die grafiek de doorslag. Ingegeven door de bevindingen van prof. Laverge heeft de VCB een variant gemaakt op deze grafiek waarbij een prognose van het gebruikerstransport wordt weergegeven met een elektrische wagen. Hieronder aangegeven als grafiek 2.
Waar grafiek 1 uit de studie van professor Allacker (KUL) het voordeel heeft het gemiddelde verplaatsingsgedrag op basis van fossiele brandstof in rekening te brengen - weliswaar met cijfermateriaal uit 2013 -, sluit niets uit dat bewoners zich verplaatsen op alternatieve wijze met een zero milieu-impact. Zie grafiek 3. De (elektrische) fiets bijvoorbeeld lijkt voor steeds meer mensen een waardevol alternatief. Wanneer zij daarnaast ook voeding van lokale productie prefereren, kunnen zij de allerlaagste ecologische voetafdruk bereiken. Aspecten zoals eet- en vakantiegewoontes komen trouwens niet aan bod in de grafiek van professor Allacker.
Grafiek 1
Grafiek 2
Grafiek 3
Jonge gezinnen in Limburg zetten in op stedelijke centra en buitengebied
Onlangs is gebleken dat er de laatste jaren heel wat jonge gezinnen wegtrekken uit Genk om hetzij te verhuizen naar buurgemeenten met lagere bouwgrondprijzen of hetzij om zich te vestigen in het centrum van Hasselt. Zoals blijkt uit de bevindingen van de heer Laverge is zowel in een viergevelwoning in buitengebied als in een appartement in een stedelijke omgeving het ecologisch optimum te bereiken. In beide gevallen maakt de combinatie van een kwaliteitsvolle woning met een eigen moestuin en het gebruik van een (elektrische) fiets richting je werk of treinstation het verschil op individueel vlak met het oog op een verbeterde ecologie en een verminderd fileleed.