De puntjes op de i voor ruimtelijke plannen

24-04-2020

Maatschappelijke ontwikkelingen vergen koerswijziging in BRV

Mobiliteitsplannen focussen op lokale, vertakte vervoersregio's en innovatie. Telewerk zit in de lift. Lokale energiegemeenschappen komen meer en meer voor. Ziekenhuizen fusioneren, groeien uit tot megacomplexen en zijn te vinden aan de invalswegen buiten de centra en kernen. Tijdens deze coronacrisis ligt het welbevinden van gezinnen een stuk hoger buiten dan in de steden. Vooral flatbewoners gaan intussen op zoek naar een huis met tuin. Deze periode legt de vele werkpunten bloot in onze steden om de huidige en toekomstige bewoners een kwaliteitsvollere leefomgeving te bieden. Dit zijn een aantal cases die onderlijnen dat de verspreide invulling van Vlaanderen niet in één pennentrek te schrappen valt en dat de echte opdracht voor het beleidsplan ruimte Vlaanderen zich bevindt in onze kernen en centra. Intussen gaan de schaarse percelen met alle aandacht lopen. Wanneer krijgt dit zijn weerslag in het beleidsplan ruimte Vlaanderen?

heel wat flatbewoners zoeken in deze coronatijden een huis met tuin (ill. Bostoen)
heel wat flatbewoners zoeken in deze coronatijden een huis met tuin (ill. Bostoen)

Bouwgrond

Voor heel wat experts en planologen lijken de schaarse braakliggende percelen in Vlaanderen de essentie te zijn van het BRV. Al tien jaar wordt er geschermd met het beeld van een volgebouwd Vlaanderen. Terwijl er voor wonen bijv. hoogstens 40.000 ha aan percelen beschikbaar is en die voorraad juridisch niet kan overschreden worden. Verhandelbare ontwikkelingsrechten kunnen bovendien soelaas bieden, maar dan dienen de lokale overheden eerst de nodige instrumenten voorhanden te hebben om de plaatsen die wel nog kunnen verdicht worden te lokaliseren. Want geen doorgedreven bouwshift zonder kwaliteitsvolle verdichting. Daar zet de Vlaamse Confedetatie Bouw (VCB) op in.

heel wat snipperpercelen zijn in handen van gezinnen
heel wat snipperpercelen zijn in handen van gezinnen

Gezinnen en ondernemers

De VCB ziet veeleer de noden van gezinnen en bedrijven als prioritair. Zo komen er honderdduizenden gezinnen bij in de komende decennia. Er wordt weinig aandacht geschonken aan hun plaats in het beleidsplan ruimte Vlaanderen. Wel is intussen duidelijk dat de boutade dat onze kernen en centra bijkomend nog heel wat gezinnen kunnen huisvesten, nog heel wat studiewerk en investeringstrajecten van overheidswege zal vergen. Stadsvlucht onder jonge gezinnen blijft ook anno 2020 in zwang. En daar ligt de essentie van het BRV: het zijn de gezinnen en de ondernemers in onze regio die het beleidsplan dienen te verwezenlijken en die in grote mate voor de rekening zullen opdraaien. Aandacht voor hun noden en verwachtingen, lijkt daarom meer dan een voetnoot te zijn. Het belang van telewerk en de stijgende vraag in deze coronatijden naar een huis met tuin, vallen dan ook niet te negeren. Groene accenten in onze stedelijke centra zijn al langer een must. Maar o.a. in Brussel heeft groen de laatste tien jaar vooral plaats gemaakt voor grijs.

Mobiliteit

Het masterplan mobiliteit van de Vlaamse overheid zet intussen in op de reële ontwikkelingen in onze regio. Vervoersregio's vormen de basis. En die overstijgen het 19de eeuwse spoorwegennet in ons land en bestaan uit een gelaagd model van netwerken. Focus ligt op een gecombineerd traject van verschillende vervoersmiddelen en vooral goede overstapmogelijkheden. Essentieel als valabel alternatief voor de wagen. Laadpalen voor elektrische (deel)vervoer vormen een belangrijke pijler.

Energie en water

Dat sluit dan weer aan bij de opkomst van lokale energiegemeenschappen die vervat zitten in het energiebeleid voor Vlaanderen. Zo lopen er vandaag verschillende proefprojecten waarbij de afstemming voorop staat tussen de lokale productie van hernieuwbare energie en het elektrische wagenpark. Onze regio haakt in op de Europese demarche van lokale energiegemeenschappen waar zowel de productie als de verdeling van elektriciteit en warmte decentraal en lokaal gebeuren. Ook voor waterzuivering en de verwerking van afvalwater is die aanpak reeds een feit, aangezien nieuwe woningen die niet kunnen worden aangesloten op de riolering vaak individueel het afvalwater dienen te zuiveren via de installatie van een IBA (individuele behandeling afvalwater).

De bouw is al geruime tijd partner van de Vlaamse overheid om in te zetten op compact bouwen, ruimtelijk rendement en hogere dichtheden. Sloop en heropbouw en hergebruik van ruimte zijn intussen gebruikelijk. Daarom vraagt de sector om met het BRV die gunstige trends te versterken. En prioritair in te zetten op de noden in onze centra en kernen, die heel duidelijk rijzen tijdens de huidige coronacrisis. Want dat vergt heel wat bijkomend kwaliteitsvol ruimtebeslag op deze verdichte locaties. Maar vandaag beperken de politieke aandacht en het publieke debat zich tot een symbooldossier: schaarse bouwgronden in Vlaanderen. Maar het neutraliseren van die percelen brengt een hoge maatschappelijke kost met zich mee. En de schaarse overheidsmiddelen hebben we broodnodig in onze centra en kernen. Een koerswijziging dringt zich op,

besluit Marc Dillen van VCB.